Ten behoeve van het noteren van zetten zijn de 50 velden van het dambord genummerd van 1 tot en met 50, zoals aangegeven op het hieronder weergegeven diagram. Bij het begin van de partij staan de 20 zwarte schijven op de velden 1 t/m 20 en de witte schijven op de velden 31 t/m 50.
Een zet wordt genoteerd door het beginveld en eindveld op te schrijven, gescheiden door een streepje, bijvoorbeeld 32-28. Bij een slag daarentegen wordt er een kruisje tussen de twee getallen gezet, bijvoorbeeld 28x19.
Tenslotte kunnen slechte of juist erg goede zetten onderscheiden worden door respectievelijk een vraagteken of een uitroepteken achter de zet, bijvoorbeeld 32-28?