Technische rubriek |
Harry de Waard (mail) 1 december 1999 |
Cartoonist Sijbrand van Eijk heeft onlangs een nieuw damboek op de markt gebracht dat de titel "zesjes" meekreeg. Het geheel omvat eenvoudige miniaturen, bedoeld als aanloopje voor de beginnende oplosser van damproblemen en wellicht een aanzet om zelf iets in die richting te ondernemen. Alle vraagstukken zijn zes om zes stellingen. En van Eijk is van Eijk niet als het geheel niet zou zijn opgevuld met sierlijke cartoons van zijn hand. Een vijftigtal tekeningen maken dit geheel tot een waar kunstwerk. Om de prijs (fl. 25,=) hoeft u het niet te laten. Alleen voor de gravures zou ik de vijf en twintig piek al willen neertellen, laat staan dat u er dan ook nog eens 98 bladzijden bij krijgt met 1600 vraagstukken, opgemaakt op A4 formaat.
Heb ik uw interesse gewekt? Natuurlijk, zeker als ik u vertel dat de prijs van het boek ook nog eens inclusief portikosten is. En dat loopt aardig op bij tante Pos als het om zo'n dikke pil gaat. Het verschuldigde bedrag kunt u overmaken op giro 403808 t.n.v. S.M.van Eijk te Gouda, onder vermelding van: "zesjes".
Ter illustratie een aantal voorbeelden die in het boek voorkomen. In de eerstelingen kunnen we zien dat, nadat wit combinatief heeft toegeslagen, zijn opponent weer vol goede moed aan een tegenoffensief gaat beginnen, maar het laatste woord is - zoals gebruikelijk - aan wit. Een wit-zwart-wit actie in zes om zes verpakking, zoals van Eijk het zo mooi weet te omschrijven.
Als een soort waterval voltrekt zich dit drama voor zwart: 1.37-31 36x18 2.33x2 30-35 3.2x30 25x43 4.44-40 35x44 en 5.50x48.
In het tweede stukje haalt wit dam, die vervolgens ook weer wordt geliquideerd. Daarna moet u even gul zijn om via het zgn. "bijtrekkertje" de volle buit binnen te halen:
Winst via 1.37-32 38x27 2.28-22 27x18 3.23x1 en na 13-18 4.1x23 20-24 5.29x20 25x14 6.23x10 5x14 7.35-30 etc.
Het derde probleem is gebaseerd op hetzelfde thema:
Wit heeft slechts één zet nodig om de nodige onrust te stoken: 1.27-22!! Na de gedwongen meerslag met 36x7 slaat wit toe met 2.21x1. Nu kan zwart de dubbeldekker weer van het bord "rammen" middels 2-7 3.1x9 3x14, maar dan is wit weer precies op tijd om dezelfde truc uit te halen.
In het volgende "zesje" moet u even op het goede veld damhalen en dan is het zo gepiept:
De winnende "plak" gaat via 1.20-14! (op 1.20-15 is 35x33 2.15x4 en 33-38 remise) 35x33 2.14x5. Nu de tegenactie van zwart: 33-38 3.43x32 18-23 4.5x28 21-27 5.32x21 26x17 6.28x11 6x17 en hetzelfde doel wordt beoogd, maar nu aan de andere kant van het bord: 7.36-31 17-22 8.31-27! 22x31 9.46-41 etc.
Met effectieve middelen wordt ook het volgende probleem tot een goed einde gebracht:
1.30-24 26x48 2.24x4 48x30 3.4x43! 30x48 en 4.40-34 48x30 5.25x34. Leuk, dat heen en weer geslinger van de dubbeldekker.
Maar ook deze mag er zijn:
Een gevecht in één hoek van het bord: 1.20-14 29x47 2.14x3 47x20 3.3x38 20x47 4.30-24 47x20 5.25x14.
Ook laat van Eijk enkele gerommeneerde problemisten aan het woord. Wat te denken van dit zes-om-zesje:
Naar mijn mening is dit vraagstuk van Jan Pennings in elke periodiek, dag- of weekblad, waar ook ter wereld, gepubliceerd. De prachtige ontleding gaat via
1.18-13 38x49 (of?) 2.13x2 49x16 gedw. 3.37-32 16x49 ook weer gedwongen 4.2-24!! De pointe en 5.50-44 etc.
Maar wat vindt u van de manier waarop Frans van Leeuwen uit Kortenhoef het Canalejas-motief bereikt:
Wit forceert de winst via 1.17-11! 1-6(of?) 2.39-33 28x48(of?) 3.11-7 48x17 4.16-11 12x1 5.11x2.
Vooropgesteld dat de zgn. "Scherpe Regels" de problematiek ten goede komen is het naar de mening van van Eijk wel zo dat talloze oude, vaak met mooie motieven, er niet aan voldoen. Soms om een kleinigheidje. Een voorbeeld:
Winst via 1.20-14 9x18 2.32x1 35-40 3.43-39 40-44 4.1-40! 45x43 5.50x48. Na 6-11 wint zowel 48-43 als 48-42 en wordt dit vraagstuk door de scherpe regels afgekeurd. Sommigen zullen deze soms overdreven vinden, feit blijft dat ze duidelijk een meerwaarde hebben aan het componeren hebben toegevoegd en de positieve invloed de nadelen overschaduwt.
Tot slot vraagt van Eijk de aspirant problemist nog aandacht voor het fenomeen bijoplossing. Dat is bij de SR helemaal uit den boze. Hij illustreert dit met een voorbeeld:
Na de plakker 1.20-14 16x47 2.14x3 47x20 wint de naslag 3.2x19, maar doorslaan met 2x10 levert ook het gewenste resultaat op.
4 's Gravenpolder: 10e RABO-toernooi. Info: J.Veerhoek, 0113 - 649682; 11 KNDB-competitie, 7e ronde. 29 damdag OG Utrecht. Info: T.de Mik, 030-6563741; 17 t/m 23 Pessac(Fra), WK aspiranten; 17 t/m 23 Leeuwarden, WK junioren.
Het laatste plaatje van vorige week was een afwikkeling om van te zoenen:
Wit :24,26,29,33,34,36,37,38,39,40,41,43,45,46,49.
Zwart :2,4,8,9,12,13,15,16,17,18,19,21,22,25,28.
Winst via 29-23 18x20 34-30 25x34 39x30 28x48 30-25 48x31 36x7 2x11 25x12 17x8 26x6
Ter afsluiting nog een kleintje van Sijbrand van Eijk. Hoe wint wit?